Verplichting bij utiliteitsbouw vanaf 2025

Bij bestaande utiliteitsgebouwen met meer dan 20 parkeervakken op hetzelfde terrein moet vanaf 2025 minimaal 1 oplaadpunt zijn aangelegd. De gebouweigenaar kan zelf bepalen hoeveel oplaadpunten hij in totaal realiseert. Veel retail ketens zien het als een extra klantenservice om laadpunten aan te bieden, zelfs om snelladen mogelijk te maken.

De noodzaak van deze verplichting: in 2030 rijden er naar verwachting zo'n 1,9 miljoen elektrische personenauto's rond in Nederland. Om die allemaal van stroom te voorzien zijn 1,5 miljoen extra laadpalen nodig. Naast de installatie vraagt dit ook om een goede inrichting van de verbruiksmetingen. Een aantal aspecten die in dat kader van belang zijn:

Invloed op energiecontract

Een belangrijk aandachtspunt is de invloed van de laadpalen op de energiecontracten, met de leverancier en netbeheerder. Past het extra verbruik van de laadpalen wel binnen de afgesproken bandbreedte van het energiecontract? Dat kan tot onvoorziene kosten leiden.

Hernieuwbare brandstofeenheden (HBE) regeling

Bedrijven die hernieuwbare energie leveren, kunnen de leveringen registreren op hun rekening in het Register Energie voor Vervoer (REV). Zij ontvangen daarvoor Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE's). Daar staat ook een vergoeding tegenover. Het kan interessant zijn in het kader van laadpalen om van deze regeling gebruik te maken.

Andere energieleverancier voor laadpalen?

Wilt u de kosten van de stroom van de laadpaal apart van de hoofdaansluiting laten verrekenen? Door middel van de MLOEA constructie is het mogelijk om voor de laadpalen een andere energieleverancier te kiezen dan voor de hoofdaansluiting van uw gebouw.

Meer informatie vindt u op onze pagina Meetdiensten voor laadpalen.  

Meer weten over

dit nieuwsartikel?

Neem contact op met Ed.