Een generatie verder

Jörgen: ‘Klimaat staat nu wereldwijd bovenaan agenda’s van mensen, bedrijven en overheden. Er waren nog nooit zo veel wetenschappelijke data over. En die worden steeds gedetailleerder. Dat is goed nieuws. Maar de kern van het probleem kenden we dertig jaar geleden al. We zijn dus een generatie verder. En wat doen allerlei organisaties? Praten over plannen voor 2050. Dat is dus weer bijna dertig jaar verder.’

Philip: ‘En zelfs dan horen we nog steeds mensen zeggen: “We gaan ernaar kijken.” Maar, sorry, ergens zit een kantelpunt. Dan gaat het niet meer geleidelijk achteruit, dan stort de boel in. Niemand weet waar dat tipping point ligt. Niemand weet hoe groot de schade dan zal zijn. Maar het kan goed zijn dat dat moment binnen die dertig jaar valt. En dan ben je te laat. Ik voel soms ook wel woede op dat vlak. Want de schade is dan niet te overzien. Door zelfs nu nog traag te blijven, nemen we als mensheid een me-ga-ri-si-co. Dat is onze zorg, van begin af aan.’

Wat deden jullie daar toen mee?
Philip: ‘In die tijd sprak je niet over klimaat, maar over milieu. Onze slagzin was “Van milieudenken naar milieudoen”. Dat zei natuurlijk wel iets. Toch waren er wel eens mensen die ons een adviesbureau noemden. Die kregen dan te horen: “Je hebt het niet begrepen”. Want ook toen al rekenden wij alles goed door en gingen ontzorgen. Ook toen al dachten we na over hoe de klant dat zou moeten financieren. Daarvoor hadden we ook een term: “De dubbele plus”. Dat stond voor: én sparen van het milieu én sparen in de portemonnee. Zo waren we ook aantrekkelijk voor partijen die het milieu nog niet zo belangrijk vonden.’

Jörgen: ‘Doel was wel dat de klant het bespaarde geld vervolgens weer investeerde in de volgende duurzame stap. Zo kan je blijven verduurzamen.

Die benadering van ontzorgen, vind je nog precies zo terug in het INNAX van nu. En zeker ook de komende jaren. Het gebeurt nu vanuit veel meer kennis en met een veel grotere rol voor software.’

Klantrelatie

‘Brede multidisciplinaire partnerships’
Jörgen: ‘Klanten waren voorheen opdrachtgever en wij opdrachtnemer. Maar dat is niet het optimale model voor verduurzaming. Als je Paris Proof wil worden, dan kun je die route veel beter hand in hand lopen. Sinds een aantal jaren zijn we dan ook veel meer verduurzamingspartner. En dat bevalt iedereen. We meten de klanttevredenheid en die is echt hoog. Klanten vinden het bijvoorbeeld heel fijn dat we multidisciplinair denken en doen.

Philip: ‘De onderliggende vraag is steeds: wat kan onze rol zijn om de CO2-reductie te versnellen? Zien we iets wat remmend werkt, dan verzinnen we een oplossing. Dat kan van alles zijn: software, communicatie met huurders, juridische constructies… Verduurzamen vraagt om interdisciplinaire oplossingen.’

Ook financiering
Jörgen: ‘Als vroeger een klant iets niet kon financieren, dan hield het voor ons op. Maar tegenwoordig bieden we dan financiering aan. Dat is makkelijk gezegd, maar daar heb je natuurlijk financiële partners voor nodig die goed begrijpen waar onze klanten en wij mee bezig zijn. Die hebben we nu.’

Philip: ‘Het aanbieden van algehele ontzorging is mogelijk doordat we in de jaren daarvoor het aantal diensten steeds verder hebben uitgebreid, deels door overnames. Inmiddels  zijn daaruit ook nieuwe concepten ontstaan als Energy-as-a-service (EAASY), de zonnecoöperaties en de software van de Paris Proof Monitor.’

Groei

‘Dertig procent is realistisch, meer ook’
Philip: ‘Voor corona hadden we een omzetgroei van dertig procent per jaar. Nu zitten we rond de tien. Die dertig gaan we zeker weer halen en vermoedelijk meer. Want door de klimaatproblematiek zit er versnelling in de markt. Maar kijkend naar de gestelde doelen (zoals Paris Proof) is het huidige tempo nog slechts een beginnetje. Er komt dus nog heel veel werk aan.

Daarbij: vroeger moest je overal mensen naartoe sturen. Die zijn momenteel moeilijker te krijgen. Maar wij kunnen nu een heel gebouw doorrekenen, zonder dat iemand er naartoe gaat. Dit is te danken aan intelligente software. Daarmee kunnen we soepel groeien zonder al te veel mensen aan te nemen.’

Jörgen: ‘Als je alle klanten optelt, zijn we bezig met het verduurzamen van een miljoen vierkante meter. Ten opzichte van 2019 is daar ruim zeven procent CO2 bespaard. Dat groeit volgend jaar door naar veertien procent.

Overnames? Geen doel op zich
Philip: ‘Overnames pakken bij ons heel goed uit, maar zijn geen doel op zich. De strategie is Energizing the future. Alleen als een overname daaraan duidelijk bijdraagt, gaan we ermee aan de slag. Door de overname van Technion zitten we dichter op de klant vanuit Friesland en Brabant. De Installatiedesk biedt een complementaire dienst die wij niet hadden. Dan is een overname logisch.

Wat zeker niet op de agenda staat, zijn stappen in het buitenland. Dat hebben we ooit gedaan. In Frankrijk lukte dat prima, maar in Duitsland ging dat na een paar goede jaren helemaal mis. Daar was sprake van fraude. En wij waren daar helemaal niet op berekend. Dus dat rekenen wij onszelf aan. Een zwarte bladzij. Om het hoofd boven water te houden, moesten we de gezonde activiteiten in Frankrijk verkopen. En Alliander schoot te hulp door aandeelhouder te worden. Inmiddels is het groeipotentieel voor ons in Nederland zo groot, dat het ook beter is om alleen hier actief te zijn.’

Dit is deel 3 in de interviewreeks
met Philip en Jörgen over 30 jaar INNAX.

  1. Het eerste deel lees je hier.
  2. Het tweede deel lees je hier.


Liever het volledige interview in een keer lezen? 

Lees hier het volledige interview