Het Startmotorkader

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat corporaties als startmotor fungeren in de energietransitie en bij de realisatie van aardgasvrije wijken. Om hier invulling aan te geven hebben corporaties (via Aedes) en warmtebedrijven afspraken gemaakt onder de titel ‘Startmotorkader'. Deze afspraken zijn in eerste instantie gericht op het versneld uitbreiden van bestaande warmtenetten, maar ook voor nieuwe warmtenetten biedt het startmotorkader interessante aanknopingspunten.

Tweede serie aardgasvrije wijken

Minister Ollongren heeft aan 19 gemeenten een rijksbijdrage toegekend voor het aardgasvrij of aardgasvrij-ready maken van een dorp, wijk of buurt. Deze bijdragen worden verleend in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Voor deze projecten is een rijksbijdrage van totaal ca. 100 miljoen beschikbaar. De activiteiten van het PAW, met de proeftuinen en het kennis- en leerprogramma, ondersteunen het doel om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen in de periode tot en met 2030.

Van de geselecteerde proeftuinen voor het programma aardgasvrij wijken zijn 14 van de 19 gebaseerd op geheel of gedeeltelijke centrale opwekking van duurzame warmte en distributie via een warmtenet. In veel geselecteerde wijken zijn corporaties betrokken als stakeholder bij het realiseren van warmtenetten vanwege de aansluiting van haar woningbezit.

Oorspronkelijke rekensystematiek

Bij veel huurders leeft de gedachte dat warmtenetten en de afname van warmte duur is. Dit beeld komt deels voort uit de oorspronkelijke rekensystematiek waarmee warmtebedrijven de tarieven berekenden. Dit is dezelfde systematiek waarmee Autoriteit Consument & Markt (ACM) de wettelijke maximum tarieven vaststelt.

Volgens deze rekensystematiek worden de kosten voor warmte via een warmtenet vergeleken met de integrale kosten voor de opwekking van warmte met een eigen CV-ketel en met het daarbij behorende gasverbruik. Voor eigenaar-bewoners is dit een eerlijke vergelijking, want bij een aansluiting op een warmtenet vervallen de kosten (onderhoud en afschrijving) voor de CV. Voor huurders ligt dat echter anders omdat de kosten voor de CV worden gedragen door de verhuurder. De CV is een integraal onderdeel van de woning en van de huurovereenkomst.

In de praktijk is dit door veel warmtebedrijven gecompenseerd door een korting toe te passen ten opzichte van de wettelijke maximum tarieven. Ondanks de goede bedoelingen is het op deze manier toch niet goed mogelijk gebleken om voor de huurders een woonlastenneutrale situatie te creëren.

Nieuwe berekeningswijze

In het Startmotorkader zijn afspraken gemaakt voor een andere berekeningswijze, waarmee het wel lukt om huurders woonlastenneutraal aan te sluiten op een warmtenet. Dat werkt als volgt: de berekening van de tarieven voor warmtelevering wordt voor huurders aangepast. Het ‘gebruikerstarief’ voor de huurders komt overeen met de kosten die een huurder normaal gesproken betaalt voor zijn gasrekening. De vermeden kosten voor de CV worden door het warmtebedrijf bij de verhuurder in rekening gebracht. Op deze manier is de tariefberekening voor de huurders woonlasten-neutraal en de exploitatie voor de verhuurder budgetneutraal.

Arjan Muil

Energietransitie en aardgasvrije wijken

Arjan is een professional op het gebied van energie en infra en vanaf het begin van zijn loopbaan actief met duurzame energie ontwikkelingen in de gebouwde omgeving. Zijn focus is een integrale benadering van projecten en het managen van het grensvlakken tussen techniek, financiële en juridische aspecten en de belangen van alle stakeholders.

Meer weten?

Laat uw gegevens achter en Arjan zal snel contact met u opnemen.