Informatieplicht energiebesparing

In 1993 werd de energiebesparingsplicht, als onderdeel van het Activiteitenbesluit, van kracht. De verplichting bestaat uit het implementeren van energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of korter. Dit geldt voor elk gebouw dat een (aard)gasverbruik van 25.000 m3 of een elektraverbruik van 50.000 kWh per jaar of meer heeft. Weinig organisaties waren zich hiervan bewust en er werd ook nauwelijks op gehandhaafd. Daarom is de informatieplicht in het leven geroepen.

Erkende Maatregelen Lijst

Om het te vergemakkelijken, heeft de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) per sector een Erkende Maatregelen Lijst (EML) opgesteld. Er zijn twee categorieën in deze EML: maatregelen die op een natuurlijk moment moeten worden uitgevoerd en maatregelen die op een zelfstandig moment moeten worden uitgevoerd. Een natuurlijk moment houdt in dat dit mogelijk samenhangt met andere activiteiten, zoals gepland vervangingsonderhoud. U heeft de vrijheid dit zelf te plannen. Een zelfstandig moment wil zeggen, dat dit op zichzelf staat en geen samenhang heeft met andere activiteiten.

De maatregelen moeten binnen een jaar nadat het gebouw in gebruik is genomen, aantoonbaar zijn geïmplementeerd. Toen de informatieplicht van kracht werd had dit dus al uitgevoerd moeten zijn, als het gebouw tenminste een jaar of langer in gebruik was. Voor elk gebouw waarvan u de nieuwe gebruiker bent, moet dit ook binnen een jaar.

De eerste ronde voor de Informatieplicht eindigde op 1 juli 2019. Organisaties waarvoor ook een EED plicht gold, kregen uitstel tot 5 december 2019. Uiterlijk 1 juli 2023 moet opnieuw aan de informatieplicht worden voldaan.

De handhaving

De handhaving van de energiebesparings- en informatieplicht ligt bij de gemeenten, die het hebben ondergebracht bij de omgevingsdiensten. Door de beperkte capaciteit is dit deels uitbesteed aan derden. Hierbij is niet alleen aandacht voor organisaties die nog helemaal niet aan de informatieplicht hebben voldaan. Er wordt namelijk ook gekeken naar gebouwen die zijn afgemeld, maar waar nog niet alle maatregelen zijn geïmplementeerd. De inspecteurs controleren dat door middel van een bezoek op locatie.

Wat betekent dit voor u?

We zien dat er steeds meer inspecties worden uitgevoerd. Als daarbij blijkt dat nog niet aan alle zelfstandige maatregelen is voldaan, wordt men daarop aangesproken. Vaak wordt dan een termijn van twee maanden opgelegd, waarbinnen de maatregel aantoonbaar moet zijn uitgevoerd. Dit wordt geverifieerd door opnieuw een inspectie te doen. Als nog steeds niet is voldaan, kan een dwangsom worden opgelegd.

Het is van belang dat u er rekening mee houdt, dat nog niet uitgevoerde maatregelen worden gepland en dat daar budget voor is. Het zijn maatregelen met een korte terugverdientijd, dus het gaat hier niet om grote investeringen. Maar alles bij elkaar opgeteld, kan dat toch aardig oplopen. Aan de andere kant: maatregelen verdienen zich snel terug. U brengt hiermee uw energiegebruik naar beneden en levert een bijdrage in de noodzakelijke verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Meer weten over

dit nieuwsartikel?

Neem contact op met Alex.