Wijzigingen EPBD IV voor woningen
Nieuws
De nieuwe Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen en woningen (EPBD IV) leidt tot aanpassingen in de Nederlandse regelgeving die vanaf 2026 ingaan. We hebben de belangrijkste wijzigingen voor woningen op een rijtje gezet.
Afgelopen voorjaar is de nieuwe Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD IV) aangenomen. In deze richtlijn staan enkele zaken die in de Nederlandse regelgeving overgenomen moeten worden. Een aantal daarvan pas vanaf 2030, maar een deel zal verwerkt worden in de nieuwe versie van NTA8800 die medio 2026 van kracht wordt. Tegelijkertijd worden er wijzigingen doorgevoerd in de BRL 9500 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De belangrijkste wijzigingen voor 2026 op het gebied van woningen zijn:
Onafhankelijkheid van de adviseur
Vanaf 2026 moeten energieadviseurs hun onafhankelijkheid kunnen aantonen. Dat wordt vastgelegd in een kwaliteitshandboek. Dat betekent dat de adviseur geen financieel of juridisch belang mag hebben bij bijvoorbeeld een aannemer, makelaar of verhuurder die baat heeft bij een bepaald energielabel.
Klachtenprocedure
Als een huurder het niet eens is met een energielabel, dan heeft hij het recht om een klacht in te dienen. Dit kan tot maximaal 3 jaar na afgifte van het energielabel. Een klacht wordt enkel in behandeling genomen als er gerede twijfel aan het rapport is én als de klacht voldoende onderbouwd is. In dat geval moet de certificaathouder onderzoeken of sprake is van kritieke fouten. Als sprake is van een kritieke fout met een afwijkende labelletter tot gevolg, dan moet er een nieuw energieprestatierapport worden opgesteld. De klachtenregeling geldt voor energielabels die vanaf juni 2026 worden geregistreerd.
Publieke toezichthouder
De Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) gaat controleren of certificerende instellingen, die de kwaliteit van het energielabel borgen, volgens de regels werken. Ook ziet de publieke toezichthouder erop toe, dat alleen certificaathouders energielabels registreren en volgens de regels werken.
Labelplicht monumenten
Met de EPBD-IV vervalt de vrijstelling van de energielabelplicht voor monumenten. Het uitfaseren van de E, F en G-labels geldt niet voor deze categorie woningen. Een monument kan dus nog steeds een E, F of G-label hebben na 2028.
Wijzigingen in rekenmethodiek NTA8800 in 2026
In de gewijzigde NTA8800 worden batterijen van minimaal 5 kWh, alsook niet-beweegbare zonwering (lamellen), opgenomen. De prestatie van warmtepompen aangesloten op collectieve bronnen wordt anders gewaardeerd.
Kleinere marges voor gebruiksoppervlakte en verliesoppervlak
Het gebruiksoppervlak moet met een nauwkeurigheid van 3% worden vastgesteld en het verliesoppervlak met 5%. Deze marges zijn verkleind om minder ruimte geven om energielabels te verbeteren door gebruik te maken van de toegestane marges.
Nieuw energielabel
De vormgeving van het energielabel wordt aangepast. Er komt een aantal nieuwe parameters bij, waaronder het finale energiegebruik van verschillende energiedragers, de CO2-emissie en de (nieuwe) indicator voor het totale primaire energiegebruik.
ZEB (Zero Emission Buildings)
In de toekomst volgt een nieuwe indicator die gebaseerd is op de totale primaire energie. In deze indicator wordt de bijdrage van zonnepanelen minder goed gewaardeerd dan in de huidige EP2-indicator. Voor nieuwe woningen komt er nu al een aparte aanduiding op het energielabel te staan als zij voldoen aan de eisen van ZEB. Zij krijgen dan de aanduiding Label A0.
Nieuwe bepalingsmethode energielabel 2030
Voor 2030 staan er nieuwe aanpassingen voor de rekenmethodiek op de rol. De labelindeling zal dan opnieuw worden bepaald. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om het theoretisch berekende energiegebruik meer in overeenstemming te brengen met de werkelijk gemeten energieconsumptie.