‘Grote molens hebben allerlei voordelen. Ze komen al bij windkracht drie in beweging. Tijdens storm hoeft je ze pas bij ongeveer windkracht elf uit te zetten. En uiteraard leveren ze tijdens het draaien meer vermogen dan kleinere molens,’ vertelt Michiel Spoor, projectmanager bij Blauwwind. 

Maar het bouwen zal een stuk lastiger zijn.
‘Het is natuurlijk uitdagend. Maar we liggen prima op schema. We doen uiteraard zo veel mogelijk op land. Vlissingen is het verzamelpunt van onderdelen uit heel Europa en soms nog verder. Op zee bouwt Van Oord alle funderingen en legt de kabels. Die worden getrenched; op diepte gelegd, onder het zand. MHI Vestas bouwt de molens. Zodra er één klaar is, begint die te produceren, dus de stroomproductie komt stapsgewijs op gang.’

Waar lopen die getrenchede kabels naartoe?
‘Naar TenneT. Zij maken een “stopcontact” op zee, ter grootte van een fabriek. Dat heet een OSS (offshore substation) en dat is gebouwd bij HSM in Schiedam. Zij hebben dat pal hiervoor ook gedaan voor een ander windpark. Daarmee trekt TenneT feitelijk hun hoofdspanningsnet de zee op. Uiteraard werken wij nauw met elkaar samen, in de bouwfase en in de beheerfase. Sterker nog: wij hebben straks ook toegang tot het OSS, want daar zijn twee ruimtes van ons. Daar staat onder andere de meetapparatuur voor de energie-opbrengst, die natuurlijk essentieel is. Bij zulke hoeveelheden energie moet je heel precies meten. Een kleine afwijking scheelt meteen veel geld. Meten is een vak apart en dat hebben we dan ook uitbesteed.’

Eneco Wind
Michiel Spoor is hierin gespecialiseerd. Hij werkte bijna tien jaar bij het meetbedrijf van Eneco, de laatste drie jaar als afdelingshoofd. Daarna werd hij projectmanager bij Eneco Wind, van waaruit hij nu Blauwwind leidt. Gezien die achtergrond wekt het geen verbazing dat hij zelf betrokken was bij de keuze van het meetbedrijf. ‘INNAX kwam als beste naar voren. Straks, tijdens de beheerfase, zijn zij verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid en continuïteit van de data. Maar we werken nu al ruim een jaar met ze. Want je moet het in een vroeg stadium eens worden over de specificaties en de meters (van Landis+Gyr). Uiteraard is alles redundant uitgevoerd. Vanaf de molens komen twaalf strings, dus we hebben 24 meters. Inmiddels zijn die al maanden geleden ingebouwd in het OSS, gewoon onshore, en getest.’

Blauwwind is een consortium van vijf bedrijven. Moet iedereen het daar eens worden over dat soort keuzes?
‘We zijn een zeer divers projectteam. Iedereen brengt dus juist eigen kennis in, die de ander niet per se heeft en ook niet hoeft te hebben. Het gaat van offshore installeren, design, bouw, kwaliteitscontroles tot projectmanagement. De meesten van ons werken voor één van de vijf zeer ervaren shareholders. Daardoor hebben we makkelijk toegang tot heel uitgebreide expertise. Bovendien zijn we een relatief klein team. Dat maakt dat we snel kunnen schakelen. En de bedrijven die we inhuren zijn ook allemaal ervaren en werken regelmatig samen, waardoor ze op elkaar zijn ingespeeld. INNAX werkt bijvoorbeeld al voor TenneT, dus je weet dat die elkaar begrijpen. Blauwwind houdt permanent scherp zicht op het geheel. Een deel van ons team loopt in de verschillende fabrieken en op het installatieschip van Van Oord. Constant kijken of het veilig gebeurt, en volgens de vereiste kwaliteitsnormen.’

Zijn dit ook de mensen die straks gaan beheren?
‘Dat zijn heel andere mensen. Dus het huidige team wordt geleidelijk vervangen. Er is straks dag en nacht monitoring van allerlei data: de productie, de temperatuur van de lagers, de trillingen in de toren en nog veel meer. En uiteraard moet er regulier onderhoud plaatsvinden. Dat vergt andere disciplines dan bouwen.’

Op een gegeven moment was in het nieuws: windmolenparken op zee kunnen zonder subsidie. Hoe zit dat hier?
‘Windpark Ørsted gaat een paar maanden eerder van start. Wij hebben al veel minder subsidie nodig dan zij. En Hollandse Kust, dat net na ons komt, is het eerste zonder subsidie. Dat is heel knap van hen, en natuurlijk goed voor de wereld. Maar om dat mogelijk te maken, is echt pittig. Blauwwind zoekt intussen door naar slimmere oplossingen. Onder andere door breder samen te werken, ook met onze concurrent Ørsted. We delen soms een schip met hen. En met de bouwers van het Belgische park naast ons hebben we regelmatig overleg, bijvoorbeeld over wat te doen in noodsituaties.’

Wil het Blauwwind-consortium meer windparken aanleggen?
‘Deze partijen hebben sterke interesse in offshore wind, maar samenwerking in deze samenstelling is eenmalig. Ze zijn wel in andere consortia bezig met volgende parken.’

door Jurjen de Jong

 

Blauwwind feiten & cijfers

Verantwoordelijk voor bouw en beheer van het offshore windpark op de kavels Borssele III & IV

• oppervlak: bijna 150 km2
• afstand tot Zeeland: zo’n 50 kilometer
• aantal turbines: 77
• lengte wieken: 80 meter
• vermogen turbine: 9,5 MW
• vermogen park: ruim 730 MW
• stroom voor zo’n 825.000 huishoudens
• afnemers stroom: Eneco en Shell, elk de helft
• consortium: DGE, Eneco, Partners Group, Van Oord en Shell
• medewerkers: zo’n 40 fte, in dienst van de diverse aandeelhouders
• start bouw in 2018, start stroomlevering: sept 2020

Grip op energie

Besparen op energie en kosten dankzij effectief energiemanagement

Besparen op het energieverbruik van gebouwen begint met inzicht. Om hier stappen in te zetten is het zaak om alle aspecten van energie te bekijken, want de winst zit meestal in het ontdekken van slimme combinaties. Die kun je pas zien, nadat voldoende relevante data zijn verzameld.
Lees verder...

Meer weten?

Laat uw gegevens achter en Harold zal snel contact met u opnemen.