Rehobothschool van label G naar A+++ ondanks netcongestie
Netbewust verduurzamen. Kijken wat wél kan!
De Rehobothschool in Stavenisse transformeerde in zes weken van energielabel G naar A+++. Pikant hieraan: door netcongestie en bestaande regelgeving kon het eerst niet.
Transformatie Rehobothschool Stavenisse
Letterlijk en figuurlijk terug naar school. Dat deden het ministerie van Onderwijs, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en werkgeversorganisatie VNO-NCW. Ze wilden leren hoe de transformatie van basisschool Rehoboth gerealiseerd is, ondanks verschillende obstakels. Dit gebeurde tijdens de zomervakantie van 2024; de lessen van de 190 leerlingen hebben geen moment stilgelegen. Een klein jaar later, toen de nodige ervaring was opgedaan met de nieuwe energetische situatie, kwam de delegatie uit Den Haag op bezoek.
Normaliter kan dit niet
Albert Brouwer over de bijzondere aanpak: ‘Het gebouw heeft nu veel isolatie en een stuk of honderd zonnepanelen. Maar voor het bereiken van A+++ is veel meer nodig. De gasketel moest weg, het werd ‘all electric’, maar er was maar 80 ampère beschikbaar. Normaliter kan dat niet. Dat is gewoon te weinig. Dus dan stopt het allemaal. Maar dat wilde natuurlijk niemand. Toen zijn we dieper gaan kijken. We hebben de vraag gesteld: hoe gaat het nou precies toe op deze school? Wat doen de kinderen? Waar zijn ze? Wat gebeurt er in de les? En dat hebben we vertaald naar energiebehoefte.’
Steeds verder doorvragen
‘Dus we zijn gaan praten met de schooldirecteur en vroegen: hoe geef je les? We weten allemaal: vroeger werd je de gang op gestuurd als je stout was. Uit die tijd stammen de ideeën over energie op scholen. Maar leerlingen zitten al jaren “overal” te leren. Juist veel op de gang, sommigen in het lokaal en weer anderen zelfs buiten. Daar switchen ze ook tussen. Tijdens gym is er uiteraard niemand in de klas. Het lokaal voor handenarbeid heeft maar ruimte voor twaalf leerlingen. Waar zijn hun klasgenoten op dat moment? Dat wilden wij allemaal precies in kaart hebben. Zo steeds verder doorvragen, dat gebeurt nooit. Maar pas daardoor kregen we goed zicht op de dagelijkse realiteit. En die moet natuurlijk het uitgangspunt zijn voor ventileren, koelen en verwarmen.’
Meer frisse lucht
‘We zagen: in een lokaal zijn maximaal dertig kinderen, een leraar en een begeleider. Die mensen produceren warmte, dus dat betekent in de winter minder stoken, maar in de zomer meer koelen. Het betekent ook: bij volle bezetting meer frisse lucht (zuurstof) naar binnen en meer uitgeademde lucht (CO2) eruit. Daarbij is er een verschil tussen een klas in de bovenbouw of juist met kleine kindjes; die laatsten ademen veel minder en produceren minder warmte. ’s Ochtends kun je het lokaal voorverwarmen op een iets lagere temperatuur, want dan komen al die kinderen van buiten en warmen zij het lokaal heel snel verder op naar de gewenste temperatuur. De vraag werd: wat heb je voor installaties nodig als alles voortdurend beweegt?’
Elk lokaal een eigen warmtepomp
‘Ons antwoord: een systeem dat heel snel op en af kan schalen. En niet voor de hele school hetzelfde, maar per lokaal. Zo kwamen we uit op vijftien kleine warmtepompen. En daarnaast vijftien luchtbehandelingskastjes. Dan heb je een systeem dat kan omgaan met volle bezetting, een leeg lokaal en alles ertussen. En snel kan reageren. Dit vraagt wel een bepaalde investering, maar het heeft een enorm effect op het totale energiegebruik; dat wordt veel en veel lager. Wij monitoren het nu sinds de oplevering. En in het eerste jaar trekt de school zelfs nog veel minder stroom uit het net dan we dachten. Dus het kan met nog minder dan 80 ampère. Als veel organisaties dit doen, heeft dat enorm effect op de netcongestie.’
Niet voldoen aan de eis
‘Officieel geldt: je moet uitgaan van wat de hele school nodig heeft bij een buitentemperatuur van min tien graden. Het lokaal moet plus twintig zijn, dus een verschil van dertig graden. Daarop hoor je dan de hele verwarming te baseren. Dat pad konden we hier niet volgen, want daarvoor was er te weinig ampère. Één grote installatie voor de hele school was sowieso geen optie. Dan zouden ’s ochtends de stoppen eruit vliegen. Dus aan deze ene temperatuureis voldoen we nu niet.
Scholen moeten verduurzamen. Tegelijkertijd is er netcongestie. Dan is er geen andere oplossing dan wat wij nu doen. We hebben dat vooraf allemaal vastgelegd. Tijdens de presentatie aan de delegatie uit Den Haag heb ik ook verteld dat we afwijken van die eis. Met een oproep om daar eens opnieuw naar te kijken. Dus ook om die reden was het heel goed dat zij er waren.’
Zwaarder dan bouwbesluit
‘Overigens is de isolatie ook veel zwaarder dan in het bouwbesluit staat. Op de daken twintig centimeter dik. Vloeren zijn volgespoten met korrels; vrachtwagens vol gingen daarin. Alle gevels zijn aan de binnenkant geïsoleerd met twaalf centimeter dikke pakketten. Er zijn nieuwe kozijnen met dubbel glas. Veel aandacht voor kierafdichting. Hierdoor reageert het gebouw heel snel als bijvoorbeeld de zon doorbreekt, of mensen zich verplaatsen. En binnenkort gaan we vanuit deze aanpak aan de slag op twee andere scholen. Ook uit de jaren ’80. In principe goed gebouwd, dus zonde om plat te gooien.’