Van alle nieuwbouwwijken in Nederland is de Zuidas wel een heel apart verhaal: ‘Een beetje Manhattan, maar ook een dorp’, beschrijft Emile Rietveld, VvE-voorzitter van een prestigieus appartementencomplex. ‘De hele Zuidas telt nu zo’n vijftienhonderd woningen. Je kent elkaar. In dit complex, Intermezzo, zijn dertigers de grootste groep, en de oudsten zijn een jaar of zeventig. De meesten zijn er ook echt. In andere gebouwen zie je meer dat mensen ook huizen in andere landen hebben, en dus maar af en toe hier verblijven. Voor de bekende Nederlanders is privacy belangrijk. Je zit hier niet in het drukke stadsgewoel. Wij kunnen ongezien naar onze appartementen. Direct vanuit de parkeergarage in de kelder naar de woning. Ook aantrekkelijk: alles is heel dichtbij. OV-knooppunt, gym, supermarkt, kinderopvang, steeds meer restaurants…’

Duurzaam ondergronds systeem

Zijn appartementencomplex is onderdeel van een groep van vier: twee gebouwd in 2008 en twee in 2012. Al bij de eerste twee is het ondergrondse systeem voor warmte en koeling aangelegd, dat nu draait voor alle vier woontorens, met in totaal ruim vierhonderd woningen. Op basis van richtcijfers levert deze vorm van verwarming een gemiddelde besparing van 480 kilo CO₂ per appartement per jaar. Hoeveel besparing de koeling oplevert, is heel lastig te bepalen. Dat hangt onder andere af van de buitentemperatuur in de zomer en de aanwezigheid en wensen van bewoners. Maar traditionele airco’s zijn energieslurpers, wat voor dit systeem niet geldt (technische uitleg onderaan dit verhaal). Hamvraag voor de eindgebruiker/bewoner: bevalt het?

Iemand die dit bij uitstek goed overziet, is VvE-voorzitter Emile Rietveld: ‘Het systeem werkt net iets anders dan een normale CV en airco. Dat moet je even doorhebben. Kijkend naar de zeer warme dagen in de zomer van 2019; toen was het hier max 22 graden. In de winter gaat het verwarmen al net zo goed.’

Nulmeting en technische eisen

INNAX kreeg in 2016 het aanbod om het warmte-koudesysteem te kopen en daarna te beheren en exploiteren voor de bewoners. Je stapt als bedrijf dan in een situatie die je niet door en door kent. Vandaar dat INNAX eerst een nulmeting uitvoerde. Op basis daarvan kwamen technische eisen op tafel, waar de eigenaar aan moest voldoen voordat die de installatie zou kunnen overdragen. Inmiddels zijn de verbeteringen doorgevoerd. Emile Rietveld beschrijft hoe de bewoners dit ervaren: ‘We bellen met INNAX als er iets is. En redeneren dan vrij simpel: “Los het op”. Zo is er een vraag vanuit de bewoners om de pompen in de appartementen zo stil mogelijk te krijgen. INNAX kijkt dan meteen heel breed. Ze hebben niet alleen de pomp zelf bestudeerd, maar ook de muren en de plaatsing van de pomp. Vervolgens zijn allerlei mogelijkheden op tafel gekomen. Bij geluid weet je nooit vooraf meteen wat precies het effect van een verbetering zal zijn. Dus het gaat stap voor stap. Eerst kregen staande pompen rubberen pootjes en hangende pompen, waar zinvol,  demping aan de muur. Volgende actie is de druk in het systeem iets te verlagen. Mijn eigen appartement is daarvoor proeftuin. Dus met INNAX zitten we in het service- en optimalisatietraject dat we wilden.’

Chauffeurs, bloemstukken, stomerij…

Emile heeft in de loop der tijd steeds meer zaken naar zich toegetrokken. ‘Na enkele inbraken vroeg ik mij af: hoezo heeft iedere villawijk beveiligingsdiensten, maar wij niet? Ik vond dat die er moesten komen. Vervolgens heb ik breder gedacht. Wat willen mensen hier nu eigenlijk? Het antwoord daarop is: een combinatie van allerlei diensten. Chauffeurs, bloemstukken, stomerij, schoonmaak, beveiliging, pakketten terugsturen… Kortom, zorgen dat alles goed loopt. Dat is het. Gemak doet er enorm toe, zeker voor mensen in dit soort appartementen. En nu heb ik een eigen startup die dat aanbiedt, Avenue Services, waar ook al een verzoek uit Rotterdam binnenkwam.

Er is maar heel weinig wat ik níét voor mensen kan regelen. Daar heb ik het ook wel eens over met mijn vriendin. We wonen hier heerlijk. Ik heb geen moment spijt gehad van de koop. Maar als er misschien een keer kinderen komen, dan krijg je andere wensen. Ook naar iets wat ik nergens vandaan kan halen: een tuin. Dat zou voor ons dan ook de enige reden zijn om hier ooit weg te gaan.’

Door: Jurjen de Jong

 

Zo werkt de duurzame bodemwarmtewisselaar

256 buizen, 155 meter de grond in, en terugv

256 buizen dalen af tot in het grondwater en keren daar, op 155 meter diepte, met een U-bocht weer terug naar boven. Precies tussen de vele heipalen in. Dat grondwater is essentieel: het geeft zijn temperatuur af aan de buizen, en zo ook aan het bronwater daarin.

Het grondwater stroomt, weliswaar heel langzaam (misschien een meter per dag) maar genoeg om het gesloten buizensysteem steeds te omringen met nieuw water. Daardoor blijft de temperatuur bij die U-bocht steeds tussen de acht en dertien graden. In de zomer is dat verkoelend, tijdens vorst draagt het bij aan verwarming. Maar dan moet het bronwater in de ondergrondse buis dus nog wel helemaal naar boven.

Zo gelijkmatig als de situatie onder de grond is, zo afwisselend is die bovengronds. Het gaat hier om vier verschillende gebouwen. Met daarin appartementen die sterk verschillen in omvang. Bewoners met heel eigen temperatuurwensen; de één is veel thuis, de ander bijna altijd op reis. Je kunt dus niet het systeem van beneden zomaar doortrekken naar boven.

De ondergrondse buizen komen eerst samen in putten onder de parkeergarage. Vandaaruit gaat één verzamelleiding naar de technische ruimte, met onder meer expansievaten, afsluiters en pompen. De zogeheten bronpomp verzorgt het ondergrondse transport, de andere pompen zijn afgesteld op de woningen. Eenmaal in het appartement gaat het bronwater naar de daar aanwezige warmtepomp, die de temperatuur verhoogt voor warm tapwater en verwarming. Althans, desgevraagd. Want in de zomer zorgt de vloeistof juist voor koeling, via hetzelfde leidingnet dat in de winter als vloerverwarming dient.

Vanuit de appartementen daalt het bronwater via de technische ruimte naar het ondergrondse buizensysteem, waardoor het weer in contact komt met het grondwater voor de volgende ronde.

Kortom…
Het systeem maakt gebruik van de temperatuur in de bodem. Het lauwe water (acht tot dertien graden) zorgt in de zomer voor koeling en is in de winter de basis voor het verwarmen met de warmtepomp, die iedere bewoner zelf bedient. Daarmee zijn deze gebouwen al geheel gasloos.

Meer weten over

dit project?

Neem contact op met Johannes.